encyclopedia

This encyclopedia offers a splendid and wildly recommendable insight in the world of Croxhapox, combining trivial pursuit and serious matter. The entries have been mostly written in Dutch but quite a few have been translated. If you want the Dutch original, change your choice of language and go to the 'encyclopedie'.

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

Het blauwe uithangbord. Het hangt aan de voorgevel van Beverhoutplein 7, ter hoogte van het raamkozijn op het eerste. Van 1993 tot zomer hangt het in de tuin van Aannemersstraat 54. Vanaf herfst 1994 hangt het aan de voorgevel van Aannemersstraat 54, ter hoogte van het raamkozijn op de beletage. Sinds herfst 2003 hangt het aan de zijgevel van huisnummer 72, vlak bij de doorgang naar de croxpoort. Het blauwe uithangbord kortom is er telkens opnieuw, op elke locatie.

Het volgnummer. Alle projecten hebben een nummer. Eind juni 2011 staat de teller op 375. De nummering is strikt chronologisch.

Het vochtprobleem. Van 2003 tot en zomer 2006. Niet aan te ontkomen, het dak van het fabriekspand is lek als een zeef. Het binnendringende vocht is alomtegenwoordig tot in de kubus toe. Aan het eind van zomer 2006 komt er een zwembadbedekking op het dak en is het euvel opgelost.

Eind 2005 vraagt croxhapox een uitgeverslicensie aan. Sindsdien hebben de boekedities D/(jaartal)/8545/(volgnummer) en een ISBN als code. Die codering ontbreekt in alle edities voor 2006 gerealiseerde publicaties.

De crox-redactie opteert voor boekpublicaties, dat wil zeggen kunstenaarsboeken. Geen catalogi. In de marge van dit hoofdtraject zijn er niettemin af en toe randfenomenen zoals de folder van Els Vander Meersch (2006), de RE:catalogus (2010) en de publicatie die aan het groepsproject Kantelingen (2012) gewijd werd.
De format van de crox-boeken is afgeleid van les Editions de Minuit, wat ook het lettertype levert, Simoncini Garamond, en de papiersoort die voor bijna alle edities gebruikt wordt, Munken print.

In 2009 wordt een eerste vinyl-project gerealiseerd in coproductie met audioMER: Golden Hypnos, van de Japanse sound artist Sachiko, artwork Johan De Wilde. In 2013 volgt een release met een studio-opname van Throw Down Your Hammer and Sing (Nate Wooley trio) en een live-opname van Sheldon Siegel, dit keer in coproductie met Smeraldina-Rima. Distributie van beide vinylproducties gaat resp. via audioMER en Smeraldina-Rima.

Naast de boekprojecten (vier in 2006, twee in 2007, vier in 2008, drie in 2009, twee in 2010 en twee in 2013, waarvan twee coproducties, Oratio Subito - Sonare Motus van Hans Beckers (KASK) en Anoniem eerste helft 21ste eeuw (het Balanseer)), is er een reguliere aanmaak van de zogeheten crox-cards, ansichtkaarten met werk van kunstenaars die een crox-project hadden.

Het uithangbord.

Het blauwe uithangbord.

Het blauwe uit restafval vervaardigde uithangbord.

Het midden april 1990 uit restafval vervaardigde blauwe uithangbord.

Het twee maanden nadat het uit restafval vervaardigd werd door Dirk Vanderhaeghen gefotografeerde blauwe uithangbord.

Het maanden voordat het door Dirk Vanderhaeghen gefotografeerd werd door Wouter Cox gefotografeerde met restafval gemaakte blauwe uithangbord.

Het door Dirk Vanderhaeghen en Wouter Cox gefotografeerde blauwe, uit restafval vervaardigde uithangbord dat er kwam na een opmerking van Edwin Carels.

Het na een opmerking van Edwin Carels door Hans van Heirseele met junk en restafval vervaardigde en later door Wouter Cox en Dirk Vanderhaeghen gefotografeerde blauwe uithangbord.

Het door Hans van Heirseele na een opmerking van Edwin Carels met restafval gemaakte en later door Wouter Cox en Dirk Vanderhaeghen gefotografeerde uithangbord dat van april 1990 tot mei 1991 aan de gevel van Beverhoutplein 7 hing.

Het van april 1990 tot mei 1991 aan de gevel van Beverhoutplein 7 hangende uit restafval vervaardigde en met een spuitbus blauw gespoten uithangbord, ontworpen door Hans van Heirseele na een opmerking van Edwin Carels, eerst gefotografeerd door Wouter Cox, later door Dirk Vanderhaeghen, dat in de lente van 1993 enkele maanden na het stopzetten van de activiteiten in de tuin van Aannemersstraat 54 belandde.

Het uit junk en restafval vervaardigde en met een spuitbus blauw gespoten uithangbord, een maaksel van Hans van Heirseele nadat Edwin hem iets over de weinig esthetische vellen quarto aan de ruitjes gezegd had, dat na een periode van plusminus een jaar - toen het aan de gevel van Beverhoutplein 7 hing waar het door Wouter Cox en Dirk Vanderhaeghen gefotografeerd werd - in de tuin van Aannemersstraat 54 terecht kwam waar het tussen struikjes en wingerd aan een muurtje hing tot het eind 1994 opnieuw in gebruik genomen werd.

Sinds oktober 2003 hangt het op het woonerf, vlakbij de poort.

'Hoe bouw ik een tentoonstelling?', een workshop van Georges Uittenhout. Gastproducent: Kunst-Werk(t), een organisatie ter ondersteuning van amateurkunst.
Vrijdag 28 en zaterdag 29 maart 2008, 10u-16u.

Concert by Larry Krone (US) during opening night of his solo project (crox 97) and the first crox solo by Johan De Wilde (crox 98). 'The key to understanding Krone is realizing that his art really is a part of his life - and vice versa.
Highly biographical, the artist's work touches on the music and style he
loves, the odd little things that catch his eye. A major aspect of this
comes across in his performance pieces - one of which recently took
place at Blueberry Hill - which combine country music, creative
costuming and family participation.' (from Krone Rides High as Urban Cowboy Artist, Jeff Daniel, St. LouisPost Dispatch, June 16, 2002)
Larry Krone sings cowboy songs and plucks tunes on the ukulele. His show is on the ground floor where the concert also happens. A large crowd. 
Marc Coene and Noe Kidder (US) also play the ukulele and are picking tunes from time to time. Kidder, born in Hawaï, does so, as Marc recalls, in the right way, with the appropriate ukulele wrist movement, he plays it like a guitar.

und

UND 4, een project van Bill Gruner, Tilman en Jan Van der Ploeg. Gelinkt aan CCNOA Brussel. 31 augustus tot 14 september 2008.
Werk van Andrew Leslie, Billy Gruner, Gerold Miller, Ingrid-Maria Sinibaldi, Jan Maarten Voskuil, Jan Van der Ploeg, John Tallman, Julian Daspher, Koen Delaere, Kyle Jenkins, Lars Wolter, Léopoldine Roux, Machiel Van Soest, Michal Skoda, Michelle Grabner, Pieter Vermeersch, Ro Hagers, Sacha Goerg, Sarah Keigherty, Tilman, Ton Schuttelaar en Ward Denys.
De introductie van Bill Gruner (AU): "UND is a simple yet questioning title used for an annual show on Contemporary Non-Objective Art. This year in September it is held at Croxhapox, Gent, Belgium. Looking closely, it is an unusual international program. First, it has been curated since 2006 by a small group of artists without any budget. Secondly, the use of a somewhat blunt title remains intentional and functional. As in the previous shows, a punk attitude aims to present a certain flavor to a complex art-historical discourse.
Croxhapox is not a typical gallery either way. Because of its non-selective design, it is seen as a place of art critical focus, and an appropriately chosen space on the contemporary route that this particular set of artists seeks to engage. They are able to do this from many entry angles because travel is easier and faster than ever. But most importantly, because physically meeting is a necessary process to go through in order to find inspiration from others interested in a development of relational critical concerns."

Aan het UND 4 project in croxhapox gingen drie presentaties in Nederland vooraf, in 2006 en 2008 in het Amsterdamse Chiellerie, in 2007 in Leiden. Het project groepeert Non-Objective Art (NOA), niet figuratieve kunst.

2008. crox 277-1. Brainbox, tweede editie, unit 1. Dat is KAMP, het collectief van Jelle Clarisse, Samir Boudia, Sarah Dhont, Sven Tassaert en Tuur Delodder.
Fragmenten uit de brainboxblog:





donderdag 2 oktober 2008

nadat
een witte poes over het toetsenbord van de laptop tippelde en later
gedurende enige tijd naar het wassen van de bierglazen zat te kijken

Sarah
en Jelle staken de Festool binnen. John Watts en Leila zijn in de grote
zaal bezig en in de videoruimte achterin is Cathérine aan het werk.
Samir betreedt de hall en stapt door naar de witte ruimte.
Niet eens
een uur later is de wanorde gereduceerd tot een overzichtelijke en
propere rangorde van voorwerpen en meubilair. Het gros van het gerief
dat zich in de witte ruimte bevond, komt in de corridor terecht, ook de
werktafel.

namiddag: zie crox-box

avond

Sarah en Jelle met de cloche. Ze zijn in Vilvoorde bij Akzonobel langsgeweest. Negen potten muisgrijs, gris souris. Is bedoeld voor de vloer.
De
cloche is een rechthoekig ding met aan één kant een ronde uitsparing.
Ze hebben de cloche op de witte sokkel geplaatst die voorlopig in de
corridor opgesteld staat. Het ding is uiterst verzorgd afgewerkt. Voor
minder gaan ze niet.
Na het werk van Samir ziet de witte ruimte er
bijna weer net als eerst uit. De stelling lieten ze staan,
waarschijnlijk omdat ze die nog nodig hebben. Midden de ruimte kwam een
lichtcircuit. Vooraleer ze aan het schilderwerk zouden kunnen beginnen,
hebben ze de vloer te reinigen. De vloer die een bladzijde is, de eerste
bladzijde: tekeningen en studies geven een beeld van wat de eerste
ingreep worden moet. Jelle en Samir houden een aluminium staaf vast.

vrijdag 3 oktober 2008

nadat ik heb vastgesteld dat John een
vitaal connectiepunt uit de kantoorruimte heeft verwijderd waardoor de
kubusruimte zonder elektriciteit zit

Jelle. Ziek als een aap maar goedlachs. 'Gisteren,' zegt hij op mededeelzame wijze, 'gisteren waren we euforisch.'
Euforisch, hoe lang is het geleden dat ik dat woord gehoord heb.
'Toen we de tape wegtrokken en met die bister en zo... En toen de cloche er stond...'
Sarah
is naar een stoffenwinkel in de Sleepstraat, John naar de pitta aan de
brug. Ik probeerde John uit te leggen dat sleep niet voor het Engelse
equivalent van dat woord staat, dat de Sleepstraat een straat is die het
stadscentrum met de haven verbindt, waar ik bij uitbreiding aan had
kunnen toevoegen dat er voor Les Revenentes van Perec in het Nederlands
geen valabele vertaling beschikbaar is. Voor John leek de nuancering
geen enkele betekenis te hebben.
Marc springt binnen. De vloer in de witte ruimte is grijs geschilderd. Jelle is bezig met de armaturen.

2008, crox 277-2. Brainbox, tweede editie, unit 2. Dat is Christophe Lezaire, Marina Yee en Stijn Van Dorpe.
Fragmenten uit de brainboxblog:

maandag 20 oktober 2008

actie 1 (performance, video) Christophe, Stijn

Bezemsteel. De bezemsteel vertegenwoordigt alle bezemstelen en aanverwanten (of 1.1. Stelle) die op dat moment in gebruik zijn.
Onder de sokkel kwam een mandarijn terecht. 1 Mandarijn
(de (m.); -en) 1 hoge staatsambtenaar in het oude China 2 (vand. fig.)
ben. voor in een culturele traditie verstarde formalisten;

kleine, geurige, zeer los in de schil zittende citrusvrucht

Aan
een bepaald soort baksteen wordt affiniteit met het mandarijntje
toegedicht, wat met de oppervlaktestructuur en de kleur te maken zou
hebben.

De situatie in de witte ruimte is van een andere orde. De
stolp belandt op twee schragen, in liggende positie. Ze filmen. Het
wordt gefilmd. Nog een schraag. Met drie schragen hebben ze de sokkel en
de stolp in horizontale positie. Aan de muur ter linkerzijde is een
werktekening aangebracht.
In de cloche een kopje koffie, op de witte
sokkel een koker van karton. Stijn filmt de schrijvende hand en de
blauwe balpen. Op de vloer kwam een hoop rommel terecht.

een andere situatie

En
wat voorafging: geen vogels, van dat idee zijn ze afgestapt. En: geen
water. Van dat idee zijn ze afgestapt. En: de stock blijft dicht. Dus,
de opening (of deur) wordt niet open gemaakt. Van dat idee zijn ze
afgestapt.

Actie. Christophe krabbelt met een zwarte
marker op de kartonnen koker. Er wordt gefilmd. Stijn, percussie: met
een ronde stok (het restant van een bezemsteel bijvoorbeeld) roffelt hij
op de cloche. Deelt tikken uit. Een tik op het achterste van
Christophe. Dan, wat volgt, een niet te registreren aantal handelingen.
Kwajongens. De stok verdwijnt in de koker en - POK - knalt tegen de
zijwand van de witte sokkel. Een mandarijntje rolt over het hellende
vlak van de cloche. Stijn probeert het met een marker. Er wordt gefilmd.
De zwarte marker is minder volgzaam, maakt een korte pirouette en valt
van de sokkel, pok, blijft liggen, willoos. Dan Christophe weer, met een
rode marker schrijft hij het woord CATASTROPHE op de cloche. Zijwand
cloche. Vanuit het camerastandpunt verhaspeld tot EHPORTSATAC. Portie
vandalisme: Lezaire, grand vandaliste wallon, overrompelt schrijver
dezes en gaat met een notitie aan de haal. De dubbelgevouwen bladzijde
komt bovenop de cloche en het duurt even voor ze recht overeind blijft
staan.
Kaalgeplukt stap ik door de corridor. Pen kwijt, notitie kwijt. In de bar is gelukkig nog een pen. Dus, hop, weer aan de slag.
Als
kwajongens werpen ze zich op de cloche. Op een plankje werd het woord
ANIMAL geschreven. Christophe (die de hele tijd door met de blik van een
roofdier om zich heen kijkt en dan, soms, opeens, die brede smile)
knevelt de sokkel met een geel lint of is het tape, à la limite geen
nuancering waar we ons zorgen over te maken zouden hebben. Stijn duwt
een karretje langszij, een kartonnen doos belandt op de sokkel, pok,
pats, aanvankelijk zonder bijkomende bedoeling, en de rode marker in
broos evenwicht op een hoekpunt van de cloche. Van Dorpe was er heel
even vandoor doch is reeds weer van de partij, betreedt de witte ruimte
met twee gla-ah-di-olen. Een roze gla-ah-di en een gele gla-ah-di, iolen
die in de cirkelronde opening van de cloche terecht komen.
Herdefiniëren functie: vaas, bloemextravagantie. Lezaire, grand
atheoreticien wallon, prompt met de rest van de ruiker, gele en roze
gla-ah-die-die-iolen, triomfeert, want. Nu dus hernieuwd beschreven wat
tot op heden cloche was. Vaas. Van vazen, meervoud, vaast, gevaasd.
Op
een stukje karton met zwarte marker het woord MARINA. En Stijn, die
zich heel even verslikt in de fratsen van Lezaire: C'EST TROP. Beide
notities houden het niet lang, Lezaire rukt ze van de cloche, wurgt ze
tot de inkt ervan druipt bij wijze van spreken en werpt ze vervolgens
achteloos in een hoek van de kamer. Want kamer, podium van bijna-intieme
handelingen, tafereel, ruimte. Stijn stelt het camerastandpunt bij
terwijl Christophe een brede strook grijze tape over het woord ANIMAL
aanbrengt. Een doosje en een blauw element, de excrementen van een
nieuwe handeling, het blauwe geonduleerde ding is een stuk speelgoed van
Boris. Het wordt een fragile combinatie met een van de naamkaartjes van
Fabre en het blanco (want wit geschilderd) van een perfide en
meelijwekkende zelfverafgoding. Nieuwe actie. Stijn die in de sokkel
kruipt, er zo goed als helemaal in kruipt. Stijn verdwijnt in de sokkel.
Actie die Lezaire tot spoed maant.
Hij neemt de marker en krabbelt
het woord HALTE op een quarto, stapt naar de schuifdeur. De communicatie
tussen het duo lijkt hiermee herleid tot het superlatief van de
gebiedende wijs maar geen wettekst, hoe summier ook, die het langer
uithoudt dan het halve ogenblik van die of andere gedachte.
Stijn
kruipt uit de sokkel en is een ogenblik later met het karretje in de
weer, duwt het karretje van de muur ter rechterzijde voorlangs en
linksop. Film, 't is voor de film, er wordt gefilmd. Christophe heen en
weer stappend, het ene moment beslist, zelfzeker en met een precieze
overweging die hij de ene keer niet en een andere keer wel ten uitvoer
brengt, het moment daarop onbeslist om zich heen kijkend.
Stijn stopt
z'n hoofd in de sokkel terwijl Lezaire voor wat verkoeling zorgt en
tussen de stengels van de gla-a-di-olen blaast. Nieuwe overwegingen.
Bijvoorbeeld: iets werpen.
Bijvoorbeeld: onder het witte deken kruipen.
Bijvoorbeeld:
de kartonnen dozen met een krachtige en brutale slagbeweging van de
sokkel knallen. Ritueeltjes: op het witte deken komen de schillen van
een mandarijntje terecht, Stijn verplaatst het karretje en Christophe
begint aan een cirkel. Met een zwarte marker tekent hij een brede lijn
om het centrum der gebeurtenissen, de cloche en de sokkel in broos
evenwicht, broos, fragile, aangetast door het ritme van nieuwe
gebeurtenissen. Stijn rukt de grijze tape van het plankje.
Daar is
het woord weer: ANIMAL. Leesbaar, net als eerst. Niet voor lang. Een
krasbeweging met de marker, Stijn, dan Christophe die er CANIBAL van
maakt en Stijn opnieuw met z'n hoofd in de sokkel, half opgeslokt in de
duistere tunnel, een cul-de-sac. CANIBAL wordt AMIRAL waar Stijn
uiteindelijk AMI---CALE van maakt. Er volgt een korte pauze, ze
aanschouwen het klerezootje. Stijn stelt het camerastandpunt bij.
Dan
het karretje. Christophe veegt wat prullen bij elkaar. Stijn snuit z'n
neus en drapeert de zakdoek over de cloche. Alors, en regardant. Een
kort moment van bezinning. Stijn beslist dat het genoeg is geweest met
die gladioten, hop, rukt ze uit de opening van de cloche, smijt ze wild
in het rond. Tegelijk lanceert Christophe een aanval op de flank van de
witte sokkel, tilt het ding de hoogte in, duwt, trekt, rukt, sleurt.
Stijn springt in de vrijgekomen ruimte, springt over een van de
schragen, holt in een wijde boog achter de sokkel door die zich intussen
ergens ter rechterzijde bevindt.

Nieuwe acties. Vandalisme. Ze
rukken de kabel uit de muur en maken het ding vast aan een van de
schragen. Ogenblik later: twee mandarijnen op een schraag, twee op een
sokkel. Ritueel, trouvaille, bedenking.
Het museum wordt met de grond
gelijk gemaakt. Rotzooi stuitert door de witte ruimte, van het door
KAMP geformuleerde uitgangspunt blijft geen halve centimeter, een hevige
drang tot vernielzucht giert door het tochtgat. Dan, midden het
slagveld, opgejut door het wangedrag van de ander, is er opeens een
nieuwe lyriek, de actie wordt dunner, wordt bijna lineair, beperkt zich
van het een op het andere moment tot het weghalen van dingen. De weinige
woorden die het had worden verwijderd, een prop huppelt over de grijze
vloer (het is het papier waarop het woord HALTE geschreven werd, wat
Christophe deed), Stijn positioneert mandarijntjes in en op de cloche,
in en op elk hoekpunt, aan de schuifdeur bleef een reep grijze tape
hangen. Het camerastandpunt wordt bijgesteld. Lezaire rolt de stelling
tot vlakbij de cloche. Stijn hangt bewegingsloos aan een zijkant van de
stelling. Christophe, kwajongensachtig, kruipt op de stelling,
kwajongensachtig, zit op de rand van het platform en werpt keitjes. Het
zijn geen keitjes, het zijn stukjes van 5 en 2 eurocent. Hij mikt met
grote precisie, ze belanden in de cloche.
Weer op de begane grond
stapt hij uit beeld en aanschouwt het tafereel. Stijn snuit z'n neus,
Christophe duwt de stelling voor zich uit om de cloche heen. De
handelingen komen in een dimenuendo en je voelt dat het elk moment
exploderen kan. Stijn plaatst één van de schragen ondersteboven,
probeert een balpen (de blauwe balpen) in balans te houden - wat niet
lukt. Christophe met twee elementen die hij in de stockruimte aantrof,
een blauwe container en een bokaal met bister. De balpen tuimelt.
Christophe plaatst de bokaal met bister op een van de schragen, de
schraag die op z'n kop staat, Stijn stapelt de kartonnen dozen op
elkaar, het zijn er drie.
Het sparretje, een frisgroen sparretje,
verdwijnt in de cloche. Lezaire jaagt een nagel in de schuifdeur. Aan de
nagel komt een witte plastiekzak te hangen en de bloemblaadjes van de
gladi-di-di-olen krijgen een nieuwe functie.

woensdag 22 oktober 2008

11u. In de witte ruimte, intussen driekwart wit en 1 kwart roze, zitten
Christophe, Marina en Stijn naar een monitor te kijken. Op de monitor
een amper bijgewerkte versie van de performance op maandag. Stijn heeft
er wat stukken uit geknipt, vooral aan het begin toen nog niet helemaal
duidelijk was wat ze zouden doen.
De houten wand is egaal roze en het sparretje staat bovenop de sokkel. Er is een brief van Stad Gent.
Christophe
legt uit dat er nog een laag roze over de wand komt - geen drippings
zoals gisteravond overwogen werd, het mag geen schilderij worden.
De sokkel staat ondersteboven en in de cloche kwam een hoop rotzooi terecht. Lezaire, enragé de joie avec sa période roze, gaat
met een verfrol aan de slag. Het verven begint ter linkerzijde. Marina
en Stijn nemen aan de kleine werktafel plaats - een plank op schragen,
dezelfde plank die voor unit 1 als werkblad diende - en bekijken een
aantal filmpjes die ze vrijdag gemaakt hebben.

1. Iemand gooit
een papierprop in de cloche. Wegnemen van. Zelfde persoon (of andere
persoon, ze zijn met z'n drieën) gooit een aluminium bolvorm in de
cloche. Idem: wegnemen van.
2. Om beurten werpen ze een blad papier in de cloche. De herhaling van deze handeling.
3. Een bierviltje. (een rond bierviltje dus geen bierviltje van Martens pils)
4.
Een voegkruisje. De persoon steekt een hand in de cloche en houdt het
witte voegkruisje tussen de vingertoppen. (voorzijde cloche: reflectie
camera en silhouet cameraman) (is Stijn)
5. Een vlak gestreken vel
aluminiumpapier. Reflecties. Een trage kanteling. Tijdens die kanteling
verandert de kleur van het vel aluminiumpapier.
6. Een witte
handschoen. Marina Yee. De vingers opwaarts. Van een vod heeft ze een
bolvorm gemaakt. (volborm) Het object: een witte handschoen en de witte
bolvorm. De bolvorm valt in de cloche. Marina verwijdert de bolvorm.
7.
Stijn Van Dorpe met zijn mond vlakbij de opening van de cloche. Hij
blaast een gele ballon op, vult de ballon met adem tot het ding in de
opening van de cloche knelt. Een ogenblik later schiet de ballon
brallend alle kanten op, botst herhaaldelijk tegen de binnenkant van de
cloche, zienderogen kleiner wordend, kleiner en dan nog kleiner, en
slapper, en lusteloos, tot het niet met z'n amorfe vormeloosheid uit de
voeten kan en uitgeteld blijft liggen. (Stijn verwijdert de slappe
ballon uit de cloche.)
8. Zelfde handeling. Witte ballon.
9. Met lippenstift tekent Marina een ronde krabbel op de binnenzijde van de cloche.
10. Iemand - Stijn? Christophe? - brengt een bierviltje van Martens pils binnen de ovaalronde krabbel. (verwantschap)
11. Marina verwijdert de lippenstift.
12.
Als 7: Stijn met zijn mond vlakbij de opening van de cloche. Een witte
ballon. Hij blaast de ballon op tot het ding uiteenspat. (op gegeven
ogenblik is de ballon zo gigantisch dat hij de cloche bijna helemaal
vult)
13. Een nieuwe reeks handelingen. Een mandarijntje komt onder
een van de hoekpunten van de sokkel terecht en zakt dwars door de vrucht
heen. (interessant)
Dan Lezaire, grand metteur en place wallon, hij verplaatst de sokkel.
Marina verplaatst de sokkel. Eerst zo, zie je: zo, dan zo, niet zo maar zo, zie je, en dan opnieuw zo. Zo.
14. Wat volgt is van doorslaggevende betekenis: ze tillen de cloche van de sokkel, plaatsen de sokkel bovenop de cloche.
15.
Stijn werpt een gele ballon in de cloche. Die simpele handeling
veroorzaakt een onherroepelijke omkering, de cloche verandert in een
vuilnisbak. (interessant: de vervuilbakking van een sokkel)
16. Ze werpen spullen in de cloche.
17. Iemand plaatst een geborduurd schilderijtje bovenop de sokkel.

De gladiolen. In een bloemenwinkel in de Dampoortstraat hebben ze gladiolen gekocht.
Het
geluid van (a) een stokje dat op de vloer valt, (b) dameshakken, (c)
een sparretje. Lezaire qui explique. De emmer op de sokkel.
Marina vertelt dat ze de gladiolen gratis kregen. Voor het sparretje hebben ze anderhalve euro betaald.

(consulter le petit dictateur de poche,
grand gladiot wallon)

In de bloemenwinkel in de Dampoortstraat hebben ze geen gladiolen meer. Het seizoen is voorbij.
Later komt het gesprek op de pretenties van Fabre. (in het Louvre hebben ze alleen dode kunstenaars)

2008, crox 277-3. Brainbox, tweede editie, unit 3. Dat is Antoine Van Impe, Honoré d'O en Maud Vande Veire.
Fragmenten uit de brainboxblog:

donderdag 13 november 2008
situatieschets

Een houthakker zit in het bos en rookt een pijpje.
Het bos gaat in vlammen op. In de vuurkolom is een figuur die uit het vuur stapt.
In de vuurkolom is een figuur die mee opgaat in het vuur. Een klonter van hondachtigen hecht zich aan de brandende boom.
Aan
de voet van de brandende boom ontstaan nederzettingen. Iemand leest
voor uit een gedicht van Rilke en een schedelpan braakt roetwolken.
In het brandende bos wandelen de dieren. De nederzettingen staan in brand. Alles staat in brand.
De dieren lachen, schreeuwen, roepen.

Antoine stapt in de corridor, maakt foto's. Maud heeft tekeningen gemaakt en van die tekeningen fotokopies. De sokkel werd een bron. Honoré monteerde een kraantje op de sokkel, de slang reikt tot het woonerf.

zaterdag 15 november 2008

Honoré heeft z'n auto, een Renault, voor de poort geparkeerd. De
nummerplaten zijn vervangen door blanco nummerplaten waar hij per stuk
iets van 7 euro en een klets voor betaald zou hebben. De Roma-meisjes
springen binnen. Het zijn schatjes, ze giechelen, hebben grote pret. De
rode display, ooit door Boris Ljugov aangebracht, meegegraaid vermoeden
we, zeker zijn we niet hoewel het ding zelf natuurlijk wel duidelijk
maakt wat voor functie het had voor het in croxhapox terecht kwam, het
staat - en voor kenners: wat voor functie het gehad had kunnen hebben -
het staat midden de hall op een meter of drie van de poort. De rode
display is geflankeerd door een sparretje en aan de achterzijde een
stapel bakstenen tien hoog. De bovenzijde van de bovenste baksteen is
roze.
Antoine had honger, Maud papt, Honoré opent de laadruimte van
de Kangoo. Zigeunermeisjes fietsen over het woonerf, remmen af en kijken
toe. Honoré lepelt roze verf over een paraplu die hij in de laadruimte
van z'n Kangoo heeft geplaatst. Eigenlijk is 't geen roze, 't is oranje.
Hij geeft toe dat het oranje is. Zo fel oranje dat het net zo goed roze
had kunnen zijn.

In de zaal is niet zo heel erg veel veranderd.
De film die ze gisteren maakten, wordt op de muur ter rechterzijde
geprojecteerd in een tekening, een frame dat eerder door Maud op de muur
werd aangebracht. Het zijn interacties, merkt Emmanuel later op, die
een vrijblijvend karakter hebben. Er is geen formule, geen gezamenlijk
uitgangspunt. De ingrepen van unit 3 tonen een fase zonder ontknoping,
zonder keerpunt. Het zijn geraffineerde variaties zoals die van Mozart
in 'ein Weib is das herrlichste Ding', de ontknoping zit in een
kleinigheid. Antoine heeft her en der wegwerpfototoestellen opgesteld,
Honoré wast z'n auto, Maud maakt een wandsculptuur.

zondag 16 november 2008

We hebben de dertiende eeuw, de veertiende, de vijftiende, de zestiende.
Over die zestiende eeuw is heel wat te doen geweest. Het was de gouden
eeuw. Ze schreven er niet over zoals ze nu over dingen schrijven, ze
waren van het Latijn verlost. Zonder dat Latijn hadden ze nieuwe
Analfabetica op overschot. Het kind moest een naam hebben. Het moest
gedoopt worden en het werd gedoopt. De Grieken en de kerkvaders stonden
aan de doopvont, de naam van het balorige kleintje werd Nieuwe Tijd.
Gauw bleek dat Nieuwe Tijd z'n naam niet gestolen had, niet in de dorpen
waar toch niet veel te rapen viel en niet in de vage gebieden die het
alfabet afbakenden, het slagveld van de bekende dingen. In de principes
van het Romantische evenmin want de Romantische school is principieel,
gaf als principe toe gefaald te hebben. Dat het op niets zou uitdraaien
hadden zelfs wij, te modern, niet kunnen weten.
Van het Latijn verlost beten anderen zich vast in het Latijn.

We gieten olie over de naakte voeten.

2008. crox 277-4. Brainbox, tweede editie, unit 4. Dat is Deborah Delva, Griet Dobbels en Peter Morrens.
Fragmenten uit de brainboxblog:

de handelingen van Morrens Dobbels & Delva

1. Peter veegt, Deborah raapt de papierresten bijeen, Griet verzamelt het rubber en vraagt of we een vuilblik hebben.

2.
Peter tilt een plastiekzak op en stapt naar de corridor. Hij deponeert
de plastiekzak bij het gerief dat ze niet in de ruimte willen. Griet in
hurkzit. Ze verzamelt het rubbersnijsel.

3. Griet vindt een
schroef die blijkbaar van een van de kleine ventilatoren is. Peter
bekijkt de schroef en zegt: 'Hij is beter af dan de vent die later
komt.' Griet en Deborah lijken het grapje niet door te hebben. Ze zijn
bezig met de vloer. Deborah raapt de papierresten op. (Morrens en
schrijver dezes schateren van het lachen)

4. Griet dweilt. Gauw wordt het spoor duidelijk, een vlak tekent zich af, de vlekken verdwijnen.
Het
spoor: elke handeling laat een spoor. Het dweilen laat een spoor.
Waarom ze de vloer dweilen of niet dweilen. (als het asfalt van een
wegje dat gerepareerd moet worden) (als het platform waarvoor ze een
helikopter hebben gehuurd)
Ik heb het over Alberts en Messchendorp. Het gesprek komt op Japan. Deborah veegt.
Wat van het papier rest: een kleinigheid.

wat in de corridor terecht kwam

Het onderste deel van de stelling.
Een doos met papierresten, 6 afstandsbedieningen.
Een rugzak.
De Hitachi dataprojector. (die van Honoré)
Met roze verf besmeurde paraplu's, rode snelbouwstenen, een zak met fotokopies.
Een krat met handwerkmaterieel en twee zwarte koffers van SKIL.
Op het blad van de werktafel: yoghurt, bananen, een zwart doek.
Wat verderop: de gla-haha-diolen. He halo, ze doen nog mee.

de handelingen van Morrens Dobbels & Delva

5.
Schoonmaken van de vloer. Dweilen. Griet tilt een emmer met heet water.
(één ding hebben ze niet verwijderd: de hangende tuinslang)

Gisteren
hadden we het er nog over, dat er een dataprojector aangekocht zou
moeten worden, maar dat plan hebben ze bijgesteld. Ze doen het zonder
dataprojector.

6. Morrens klimt op de stelling en draait alle
lampen uit op drie na, de lampen die zich vlakbij de roze wand bevinden.
Met karton fabriceert hij drie schermen, één voor elke lamp, zodat het
licht alleen nog op de roze wand valt. 'Het is juister,' zegt hij,
'omdat we met die dataprojector iets toevoegen. Zo maken we van de muur
zelf een lichtbron.'
'En als ge dat niet gelooft maken we u iets anders wijs.' (gelach)

7. Griet zoekt uit waar ze nog een derde ventilator zouden kunnen huren. Bij Boels in Wondelgem hadden ze er twee.
Boels heeft een vestiging in Erps Kwerps.

Het uitlichten van de roze wand is precies wat ze nodig hadden.
Van
de muurtekening van Maud hier en daar een restant. 't Is de bedoeling
dat het zo blijft. 'Interpreteren, herwerken,' verduidelijkt Morrens
van fijnsnijerij Morrens Dobbels & Delva. 'Herwerken zonder iets toe
te voegen, dat is het uitgangspunt.'

Eén van de ventilatoren is in horizontale positie aan een stoel gekneveld. Ze hebben visdraad nodig.
'Is
er visdraad?' Visdraad. Nee, we hebben geen visdraad. (Conclusie:
iemand van fijnsnijerij Morrens Dobbels & Delva zal naar de Brico
moeten.)
'He, kijk eens,'

8. Peter wijst de hangende tuinslang
aan: 'Visdraad. (!)' Een beslissing is gauw gemaakt: hij snijdt de
nylondraad door (de tuinslang tuimelt over de vloer) en blijft het
uiteinde ervan vasthouden tot Griet en Deborah de stelling zo hebben
opgesteld dat hij er op klimmen kan. 'Ik voel mij precies gelijk de lul
van Honoré,' grapt hij. (Honoré die had gezegd dat de recht omhoog en
tegelijk ook ietwat voorovergebogen staande tuinslang hem aan een slappe
lul deed denken.)

9. Griet en Deborah stappen met de nylondraad tot in de corridor. Peter grinnikt. 'Hè hè hè, wijven!'
Waarom
Griet en Deborah met de nylondraad helemaal tot in de corridor stappen,
omdat daar een schaar ligt, tussen de bananen en de andere spullen op
het blad van de werktafel.
Ze knippen het draadje in twee gelijke stukken.

10. De 7 meter lange aluminium lat - aangebracht door unit 1 - wordt los gemaakt en komt anderhalve meter lager te hangen.
'Het
hangt niet helemaal horizontaal,' merkt Griet op. (Peter staat op de
stelling, is er na enig zoeken in geslaagd om de nylondraad door de
gaatjes te pietsen.)
Peter (verbaasd): 'Hori... Maar dat moet niet.'
Griet: 'Eens kijken toch, eerst.' (Morrens klautert van de stelling.)

11. Ze treden terug tot vlakbij de corridor en bekijken de roze wand.
Peter: 'Fantastisch!'
Deborah: 'Dat maakt nogal een verschil.'
Peter: 'Fantastisch!' (Griet stapt naar een van de hoeken achterin.)
'Fantastisch!'

12. Morrens Dobbels & Delva stappen heen en weer. Ze zetten de ventilatoren aan. soudain cette couleur
plantes aromates épices tropiques
effluves fragances botaniques*

De papierresten waaien op, veranderen in waaiende grassen, in heen en
weer wiegende wieren, veranderen in openingen op Siberië, in warrelend
Saharazand, het ad random parcours van een gigantische puzzel. Betovering, magie. We blijven kijken.

13.
Griet veegt. Peter duwt op de 'on'-knop van de diaprojector. De
lichtbundel gaat diagonaal in de ruimte. Schaduwen flakkeren. Een
gigantisch sleutelgat wipt over drie vier andere knipsels en plaatst
zich net buiten de luchtstroom.
Twee ventilatoren, bedenkt Peter, is
misschien genoeg. Meer beweging dan wat het nu heeft, is niet nodig.
Supergrote beweging zou de betovering verbreken. 'Tenzij het echt om een
stormachtige werveling gaat,' redeneert hij. We kijken toe. Het is
prachtig, dat waaiende papierenveld. De kreupel in het rond kruipende
ventilator belandt op het voetstuk van een van de bij Boels gehuurde
ventilatoren. Percussie. Af en toe slaat een schaduw over de muur ter
linkerzijde.

*Raymond Queneau, Courir les rues: Tous les parfums de l'Arabie; Oeuvres complètes 1, p. 414, Gallimard 1989.

 

Fragmenten uit KERN IDEEËN een tekst van Morrens Dobbeld & Delva
zaaltekst

-aanraken, ja of nee? NEE
Akkoord
-alles deleten, overplakken, weggommen, afwezig, negeren
Alles weghalen en niets id plaats, alleen goeie akoestiek en gezellige warmte en een mooie vloerbekleding. En
BRAINSTORM
-denken wij, als unit 4, wat unit 5 met ons van plan is?
-De ruimte opwarmen
-Heeft een opening zin als er maar 10 man op af komt? Voor wie doen we het? Voor onszelf? Incestueuze situatie?
De ruimte staat onder water.
De ruimte trilt, de vloer beweegt.
De toeschouwer hangt omgekeerd en bekijkt de ruimte op z'n kop.
De tuinslang spuit naar binnen toe.
Doen we daar iets mee, of negeren we het?
documenteren we de voorgaande tentoonstelling zodat die precies kan terug geplaatst worden door de volgende unit
echt trekgat,
Een fonteintje dat de ruimte verandert in een siertuin..
(En nog veel stoute ideeën die ik hier niet opschrijf)
Extreem hard
-gelaagdheid aanbrengen; (wat nu niet echt aanwezig is)
"iets" waardoor de vragen nog groter worden
Ja
Ja, de vernietiging en het extreem stellen van de context.
Kort samengevat:
-Licht uit/theatraal
luchtledig. Binnenste buiten. Is dit vrouwenkunst, peter? (met de baarmoeder geluiden)
neen
Neen het heden is eeuwig AMEN
-negatie/ontkenning/vernietigen
-Niet betreden
niet
naar buiten treden maar het werk wel. Het verzenden met de post, het
twee weken onderweg laten zijn, alle onderdelen afzonderlijk
NIET negeren, maar gebruiken in totaal andere vorm
Nog flarden ideeën
onder het tapijt vegen.
-ontkenning zichtbaar maken en het geheel herleiden tot één beeld door het niet te betreden en/of niet aan te raken
Opening nacht van het museum.
Opentrekken; naar buiten treden, wij zijn niet meer aanwezig, op een andere locatie.
overschilderen,
Periscoop? Er zijn bvb een aantal kijkgaten in een wand en door de periscoop zie je alles ondersteboven. supereenvoudig!
-sporen, restanten, negatieven
text) Ik hou wel van klunzigheid in een poepsjieke white cube. Zoals
-theatraliseren van de ruimte: donker met uitgesproken belichting
-toevoegen van zintuiglijke waarde: warm, gezellig, akoestiek verbeteren, gewoon aantrekkelijk maken
Totale ontkenning: "Er is geen opening, er is niets te zien. Kom niet kijken."
Unit
3 is nogal vrijblijvend, versnipperd. Gevolg = extreme versnippering:
tuinslang in schijfjes zagen. Alles wordt in de ruimte geblazen of
gehangen.
-versmallen
-versnipperen
(versnippering)
-warme luchtstroom (een frisse wind) waait Croxhapox binnen.
wat ik zoek: de verwachting doorbreken
-werk in andere context plaatsen en op die manier sterker maken (let wel, zonder wijzende vinger!)

envoie

Wat ik me herinner is dat ze een stroomversnelling wilden, dat het dat was
wat ze wilden, een stroomversnelling zodat je alleen nog mee kunt in de
elementaire kracht van het moment, overgave, het kolkende geraas van
dingen die buiten je om gebeuren, dat het kolkende geweld van de
stroomversnelling er onvermijdelijk zou komen, dat het moment gekomen
was om je in het geweld te werpen, dat de laatste reden om het niet te
doen aan flarden ging.

Niet met een vergrootglas naar de stukken zoeken, het moment is ondeelbaar.

2009. crox 277-5. Brainbox, tweede editie, unit 5. Dat is Bart Dhaluin, Gerd Ververs en Reinhard Doubrawa (DE).
Fragmenten uit de brainboxblog:

zaterdag 17 januari 2009

Timmeren, staren, draaien, dweilen, een inventaris van werkwoorden.
Ververs dweilt, Doubrawa timmert. Bart staart naar de houtkachel en draait een sigaretje. Hout, water, wind, vuur.

De
tweede editie van Brainbox is een brede en trage stroom. Geen
spektakel, er is geen spektakel. De abrupte en grootse interventies die
van de eerste editie van Brainbox een historische gebeurtenis maakten.
Ik citeer De Morgen. In de vulgarisatie van wat wereldwijd gebeurt is
dit dagbladvoer bij de term historisch aanbeland. Miskleun? Farce? Het
blijft achterwege. Alles is historisch. Het vallen van de muur, het
heropbouwen van de muur, het meisje dat ze dood ranselden, ze pisten in
de mond van een gevangene, kak spuit uit de bek van het politieke
establishment, stront druipt van de vlaggen, de wapperende vlaggen van
het politieke establishment, zeikend storten de verkozenen zich te
pletter.
Hout, water, wind, vuur. Unit 5 beperkt zich tot het ritueel van de elementaire dingen.

Inhoud,
is dat buiten- of binnenkant? Met een lege fles over een lap deeg
rollen. En de grap: er is geen inhoud. Buiten- en binnenkant zijn
hetzelfde.
Argument: in de intussen lege fles hadden we een tempranillo, Pago de Ados. En het tegenargument, de dronkenschap van het vuur.

Zo stapt de krijger: van vuur naar vuur.

Gerd dweilt. Het kistje, waar Doubrawa mee bezig is, is voor de dataprojector.

zondag 1 februari 2009

In Heimelijke vreugde van A. L.
Snijders lees ik met mondjesmaat. De stukjes van Snijders - het zijn
stukjes die hij voor de weekendeditie van de Deventer Dagblad Combinatie
schreef - zijn het product van een fijnzinnig stilist. Op bladzijde 44
(een envoie aan de hoofdredacteur van de Deventer Dagblad Combinatie)
citeert hij Man Ray: 'Ik ben niet geïnteresseerd in vakmanschap. Het wemelt in de wereld van vaklui, maar er zijn maar heel weinig handige dromers.' Waar Snijders aan toevoegt dat het geen betoog hoeft dat hij het eens is met Man Ray: 'Daarom heb ik deze opmerking ook in een boekje genoteerd.'
De
fuif van gisteravond - 't was niet echt een fuif, we dronken bier,
stookten de houtkachel op tot het ding trilde - zorgt voor een trage en
moeizame ochtend. Ik lees wat in Heimelijke vreugde
en neem de inbox door, aanvankelijk met tegenzin want 't is altijd wat.
Geen televisie, geen radio, geen leeg gelepeld dagbladvulsel. Wel
herinner ik me dat Judith had gezegd dat we naar een film hadden kunnen
kijken.
Dat gedoe met youtube gaat gauw vervelen.

Reinhard belt me. Alles goed, vraagt hij. Alles goed? Wat moet een mens daar op antwoorden. Met Snijders: 'op een ochtend wordt de wereld wakker en haar plaaggeesten zijn verdwenen, de mensen zijn weg.' (elk stukje van Snijders heeft meer van dit soort zinnen: 'opluchting. Niet meer alleen.')
En hoe het met Brainbox zit... Reinhard wil weten hoe het Brainbox zit,
ha ha ha. Hoe het met Brainbox zit. Straks is er een pannekoekenfeest,
zeg ik. (Reinhard schatert) De fuif van gisteravond werd wat we dachten
of in elk geval wat we verwacht hadden terwijl we natuurlijk net zo goed
wisten dat je geen verwachting hebben moet. Zit je toch maar nodeloos
te piekeren.

Gisteren kwamen Daniëlle en Annelouk een kijkje
nemen. Lieve, het zusje van Annelouk, lag veilig opgeborgen in een
wagentje. Straks zitten ze in Australië, de hele familie. Daniëlle heeft
een zus die in Adelaide woont. Volgende week is er een afspraak met
Stefaan en Steffie. Uitzoeken hoe ze unit 7 aanpakken. Daniëlle in het
withete zonlicht aan de zuidkust van Australië, Steffie en Stefaan in de
frigobox van de witte ruimte. Daniëlle werkt wel vaker op die manier.
Na Australië heeft ze een afspraak in Groningen met kunstenaars die op
dat moment een project in Ijsland hebben. Long distance. We keken naar
filmpjes van Barbapapa en beertje Collargol, Annelouk is er gek op.
Daniëlle is er mee opgegroeid. Bart en schrijver dezes zijn van de
generatie van Kapitein Zeppos. Later is er beertje Collargol van
Jiskefet. Vraagt Annelouk zich af wat dat vuur daar hangt te doen. 'Het
zit aan elkaar vast,' besluit ze. Het dak en het vuur.

Het recept
heb ik van m'n grootmoeder. Meel is het basisingrediënt. Wat voor soort
meel je gebruikt, doet er eigenlijk niet toe. Zelfrijzende bloem,
tarwe, spelt of boekweitmeel, het eindresultaat is een sluier van deeg
die zo dun is dat een zucht volstaat, het smelt op de tong.
Het hele
idee is dat je het deeg zo dun en consistent maakt dat het op dik water
lijkt. Mijn ervaring met pannekoekendeeg is dat je het zo waterig kan
maken als je maar wil, zolang je er maar voor zorgt dat het binnenin dik
en elastisch blijft.
Zout, gesmolten boter, vanille of suiker, het
eigeel van minstens 3 eieren (hangt van de hoeveelheid meel af), alles
traag dooreen mengen. Het is belangrijk dat het traag en snel gebeurt.
De specie traag dooreen mengen, traag maar met een snelle beweging, daar
gaat het om. De boter en het eigeel maken het deeg gladder. Breng het
deeg op smaak met een vlok kaneel, eetlepel. Klop het eiwit op tot het
stijf staat als sneeuw. Roer het eiwit door het deeg zonder het deeg aan
te raken.

We staren naar de houtkachel. Bart had alles bij wat
we nodig hebben. Judith springt binnen, wat later Melanie. Els en Ide
komen er bij zitten. Het wordt een trage dag, we kijken naar Playtime
van Jacques Tati en drinken koffie. Jan springt binnen.

2009. crox 277-6. Brainbox, tweede editie, unit 6. Dat is Grégory Decock (FR), Michel Couturier en Yannick Franck.
Fragmenten uit de brainboxblog:

dinsdag 3 februari 2009

We rijden naar Sint-Martens Latem. Grégory, Michel en Yannick willen in
Sint-Martens Latem filmen. Michel en Yannick hebben dekens om (de dekens
van unit 5), Gregory is in oranje werkkiel en tilt een emmer met
restanten van unit 5. Z'n oranje kiel zit vol zwarte vlekken en heeft
een naam trouwens: Marcel. Ze maken grapjes, hebben geen idee hoe je van
Gent naar Latem rijden moet. Er zijn twee routes. Ik neem de pittoreske
route, via de watersportbaan, dan Afsnee en de brug over de
autosnelweg, heb het traject zo vaak gedaan dat ik er niet eens bij hoef
na te denken. We belanden voor het verkeersbord waar Latem begint. De
regio is semi-agrarisch, villa's grazen aan de straatkant, 't is een
desolate plek. Ze stappen uit, filmen. Wat kan je doen. Grégory torst
een emmer met as, Yannick en Michel hebben dekens om, Jerome hanteert de
camera. Ze knielen en strooien de as op de openbare weg. We rijden naar
het rondpunt en laten de auto's op een parkeerplaats vlakbij een
kledingzaak. Wat ze van plan zijn weet ik niet. Wat wil je weten, wat we
weten, verdoemenis. Jerome filmt, Yannick, Grégory en Michel stappen
over het asfalt. Wat we weten: ze stappen naar het kerkje. Aan het
rondpunt knielen ze voor een Porsche. 'Vive la Porsche,' prevelt
Michel', 'vive la Porsche, vive la Porsche.' De nummerplaat van de
Porsche: CSM427. Een taxushaag bakent de wegrand af. Jerome filmt. Er is
de etalage van een juwelierszaak, bijouterie Foulon, en naast de
parking van L'Homard Bizarre een kreeft van brons.
We betreden de
dorpskern. Hier is nog meer brons. Latem bulkt van het brons.
Meesterwerkjes: een kreeft, een zwangere vrouw, het half in de bodem van
een weide weggezonken kadaver van een liggend naakt. Op een van de
straathoeken vlakbij het kerkje is een ING vestiging. Ook dit is Latem,
de banksector is er goed vertegenwoordigd, hier wonen mensen die zich
beperken tot het geld dat ze hebben.
Yannick en Michel knielen voor
de ingang van De Klokkeput. Klanten verlaten het restaurant, kijken toe,
stomverbaasd. Jerome filmt, Grégory stapt heen en weer. Wat verderop is
een pastorij.
De dorpskern van Sint-Martens-Latem, met het witte
kerkje - en om het kerkje een muur van witte baksteen en de bomen en het
gazon en een ING vestiging op een van de straathoeken - wordt
gedomineerd door het politiekantoor. Het is een gigantisch bouwsel,
witte muren, een postmodern obstakel pats midden de dorpskern. Op het
gazon bevindt zich een beeldhouwwerk. Michel gaat op de knieën voor een
motor, een Aprilia Classic met donkerblauw koetswerk. Terwijl Yannick en
Grégory doorstappen, neemt Michel even de tijd om te knielen voor een
in het gazon ingewerkte inscriptie, een verweerd stuk arduin met het
karakter van een graftombe waarop de namen vermeld staan van een aantal
plaatselijke notabelen. We stappen over het gazon. Het gras is aangedikt
met mossen, een sponzig tapijt. Ter linkerzijde, halverwege de
trechter, werd een versregel van Karel van de Woestijne aangebracht op
de witte muur:

stilte is de stelligheid
die nooit begeeft

Yannick,
Grégory en Michel stappen naar de doorgang. Er is een wegje dat linksop
tot aan de oever van de Leie gaat. Ze keren op hun passen en knielen
voor de versregel van Karel van de Woestijne. La silence, une sureté qui jamais ne succombe. Ze
werpen de as, Jerome filmt, we stappen over het dikke mostapijt,
passeren het politiekantoor. Een van de functionarissen zit vlakbij het
raam, kijkt geamuseerd om.
Aan de andere rand van het dorpsplein is
een brons van Karel Van de Woestijne. We stappen naar de Leie. Ze
herhalen het ritueel, Yannick en Michel knielen, strooien as, Grégory
torst de emmer en geeft commentaar, Jerome staat onder een appelaar,
filmt. Appelaars, zwart van de winterse regenbuien, grappige wilgjes,
rietvelden, drassige weiden. Een vlok eenden waait over de Leiebocht.
Waterhoenen stappen over het weiland aan de andere oever, een dertigtal,
ze gaan met z'n allen te water, bootjes van zwart papier met naarstig
peddelende pootjes. Yannick en Michel knielen, gooien de as, Jerome
filmt, de as tuimelt over het pittoreske landschap.

donderdag 4 februari 2009
namiddag

Ze hebben
de kachel weggehaald. Het duurt even voor ik ontdek waar het ding
staat. Sinds unit 4 zijn er nog wel meer dingen uit het project
verdwenen. Die tuinslang van Honoré, om maar een voorbeeld te geven, de
wegwerpfototoestellen die Antoine inbracht.

2009. crox 277-7. Brainbox, tweede editie, unit 7. Dat is Daniëlle van Zuijlen (NL), Stefaan Dheedene en Steffie Van Cauter. Alleen Stefaan en Steffie geven present. Daniëlle vertoeft in Australië en zendt wat beeldmateriaal door, wat uiteindelijk niet in het project terecht komt.
Fragmenten uit de brainboxblog:

maandag 23 februari 2009

Godverdomme, niet om te lachen he, zeiden we, zo'n kachelpijp. Stefaan
is met een lintmeter bezig, Steffie kijkt toe. Meten hoe lang en hoe
breed het voetstuk is. Hanssens heeft platen geleverd en Stefaan ging om
balken, dat waren ze vergeten. Tom Waits walmt uit de speakers. Steffie
heeft wat beeldmateriaal naar Daniëlle gestuurd, een foto van de
houtkachel. De kachel, dat was zaterdag. Bart had zich bereid verklaard
om een handje toe te steken. Hij wist hoe het moest. Ze waren er de
ganse namiddag mee bezig, hij en Steffie. Zo'n kachelpijp is niet om te
lachen. Bart stond met hoofdbrekens, kon zich niet meteen herinneren hoe
ze het gedaan hadden. Het was Gerd die dat wist en Gerd was er niet.
Bart zei dat Gerd als een aap op die stelling bezig was geweest. Met
ijzerdraad. En het gewicht van die kachelpijp en dat de opening onderaan
niet op de kachelbuis steunen mag en het belangrijkste, wat Bart zich
niet herinneren kon. Godverdomme, zeiden we.
Stefaan meet het voetstuk, Steffie gaat om broodjes.

Volgens Stefaan moet er 6 centimeter van die platen af. Hij heeft het berekend, uit het blote hoofd, er moet 6 centimeter af.
De situatie is nieuw, zegt hij. 'Ik ben zodanig gewend om alleen te
werken...'. Hij en Steffie dat is een blind date he, ze hebben nooit
eerder samen gewerkt en van Daniëlle wist hij ook al helemaal niet. Het
is een interessant gegeven, redeneert hij, je wordt geconfronteerd met
iets waar je in je atelier helemaal nooit mee geconfronteerd wordt: iets
dat er al is en een blind date.

Ze gaan aan het werk. Stefaan weet hoe het moet. Balken klaar leggen, platen optillen, gaatjes boren,
kortom het begin van wat een houten constructie wordt. Bouwen, ze gaan
bouwen, dat is wat ze gaan doen, bouwen. De kachel komt in een houten
kot.
Steffie is bezig met een handboor, blaast het zaagsel uit de
voegen. De logica, de vanzelfsprekendheid, het gemak van een
samenwerkingsverband. Het was niet anders met unit 2, met unit 4 was het
niet anders, met unit 5 was het niet anders, niet anders was het met
unit 6: een spontane bundeling van krachten, focus. Met twee kan je meer
dan alleen. Soms ook omgekeerd: elftal, kudde, stamppot, soep. Veelheid
stremt snelle besluitvorming, massa stremt beweging.
Een demonstratie tegen de veelheid... in de kleinste kamer.

Stefaan wijst. '... kunt ge er daar tegen duwen?' (tegen plaat twee bedoelt hij)
Steffie zegt: '... tegen duwen.' (herhaalt ze)
Stefaan: 'Ja, tegen duwen.' Dan plaat aan balkjes vijzen en het voetstuk
opmeten. Het is een meter, de lengte van het voetstuk. Negenennegentig
en een halve centimeter. Heel even kijken ze elkaar aan, ze bekijken het
getal en wat het is: net geen meter. Ze hadden het besluit genomen om
het hok niet in de lengte maar dwars op de ruimte te plaatsen. Net geen meter
bepaalt de ruimte aan weerszijden van de kachel. In het hok komt de
houtkachel als het altaar in een kapel, hoewel dat niet meteen de
bedoeling is. In een rovershol of in het bouwvallige hutje van
turfstekers zou de kachel wellicht net zo goed op die plek staan, dwars
in het hok, dicht tegen een van de korte muren aan zodat het hok zelf
voldoende ruimte blijft hebben - ruimte om te staan, om te zitten, om te
liggen desnoods. Net voldoende ruimte om op een stoel te zitten, krant
lezen, pijpje roken, op de Dewalt afkortzaag strijkt een reiger neer. Je
zou er een droogrek kunnen plaatsen, een houten bankje en een boekenrek
met delen 1 en 2 van Heimelijke Vreugde. Dus de meest functionele
plaats die een houtkachel in zo'n kleine ruimte hebben kan.

De bit-set die we hadden, is versleten. Ik rij om een nieuwe, dit keer de
'universal bit set' van varo, 98 stuks. Stefaan en Steffie werken de
houten vloer af. Als dat gebeurd is, beginnen ze aan de muren van het
hok. Ze werken stevig door. Stefaan weet hoe je dit soort koterij
aanpakken moet. Vaak staat hij gedurende enige ogenblikken strak voor
zich uit te kijken en zegt dan: 'zo moet het'. Steffie zet de stukken
aan elkaar vast, blaast het zaagsel uit het boorgat, plaatst de boor,
duwt. Met de nieuwe bit is 't een makkie.
We halen de cloche uit de
stockruimte. Moet je nagaan wat in de stock gedumpt werd... Voor Stefaan
en Steffie staat het vast dat ze alle eerder ingebrachte elementen
samenbrengen en herinterpreteren. Hoe ze dat gaan doen is voorlopig niet
helemaal duidelijk. Wat ze wel al weten is dat ze de cloche in het
bouwsel zullen verwerken, dat het ruiten worden, het bovenstuk van de
cloche een dakraam, het met velours afgewerkte plankje een vloermat.
Steffie haalt de cloche uit elkaar.
De schone kant van de platen komt
aan de buitenkant. Aan de binnenkant komt... Je kan niet iets doen
zonder het niet te doen. Door het niet te doen besluit je om het toch te
doen. Door het toch te doen, deed je niets. Omdat niemand iets deed,
gebeurde wat je eerst niet van plan was geweest. Wat vloog viel en kwam
in een web van kruimelend stof. Aan de onduidelijke stofdeeltjes blonk
licht. Binnen- en buitenkant zijn een en hetzelfde. 't Is als in een
menage, (grapt Stefaan) de vrouw beslist.
Het afkorten brengt
miserie, een van de planken is schuin afgesneden en moet opnieuw. De
miserie is dat de geplande opeenvolging van de vele handelingen een
nieuwe volgorde krijgt. Dat alles opnieuw moet, is elementair. Het is
elementair en toch hou je er geen rekening mee. Zo is het nu eenmaal.
De balkjes komen aan de buitenkant. Vraag waar de ruiten komen.

woensdag 25 februari 2009

Onafgewerkt - alleen de achterkant en de korte wand ter rechterzijde
staan overeind - heeft het houten kot het karakter van een theaterdecor.

Stefaan is er niet. De muur die vooraan komt is afgewerkt en ligt klaar om
gemonteerd te worden. Met de korte wand ter linkerzijde zitten ze
halfverwege. Steffie toont een filmpje dat ze gisterenavond nog
gemonteerd heeft: as en roet, zagemeel, rondtollende lichtbundels, een
figuurtje dalend, een figuurtje stijgend.
Zodra Stefaan weer van de
partij is - hij komt van de tandarts - vliegen ze er tegenaan. Thomas
Böing (unit 8) betreedt de witte ruimte. Hij en de andere leden van unit
8 hebben een afspraak. Van die andere leden van unit 8 geeft
uiteindelijk alleen Hans Demeulenaere present. Ze steken een handje toe.

kort overzicht van het parcours

unit 2... Desacralisatie. Filmpjes. Eentje met, eentje zonder Marina Yee.
Het is Marina die op het idee komt om de achterwand pissig roze te
maken.
unit 3... Drie aparte ingrepen. Dun raakvlak. Tekeningen, wegwerptoestelletjes, water.
unit 4... Versnippering. Wind. Vrieskelder. In de corridor komt een rommelhok. Ventilatoren. Een waaiende papierzee.
unit 5... Warmte. Een houtkachel, dekens, brood bakken, youtube. Het roze wordt wit geschilderd.
unit 6... Omkering van binnen en buiten. Video, mindmapping. Ze gaan filmen
in Sint-Martens-Latem. Een groot deel van de eerder ingebrachte spullen
verdwijnt in de stockruimte.

donderdag 26 februari 2009

'We zouden de kachel al eens kunnen aansteken,' zegt Steffie. Ze zijn met het dak bezig.

'Is dat dak?' vraag
en antwoord 'Nee,
deur.'
Stefaan vult aan: 'Dat is de deur waar we mee bezig zijn.'
De deur. Ze zijn met de deur bezig. Een lange en smalle deur die in de wand ter linkerzijde komt.
Nu het houten bouwsel bijna af is, werd hier en daar een mankementje zichtbaar.

'Het dak wordt nog wat hoor,' lacht Steffie, 'zet u schrap voor het dak!'

Geen sinecure: het bevestigen van de scharnieren. (twee scharnieren van verzinkt staal - acier zinqué - van het merk SENCYS)
Dus de deur plaatsen, (knelt een beetje, 't scheelt twee millimeter) dan de
scharnieren plaatsen, intussen een figuurzaag kopen, een zwart
schuifslot en, want misschien net iets te groot, een tweede dat wat
kleiner is, twee schuifsloten dus, dan de gaten afwerken waar het
plexiglas van de cloche komt.

Stefaan: 'Godverdomme, hebt ge dat nu al geweten, een boor die in twee breekt!' (brak een boortje in twee stukken)
Ik: Een boor die in twee breekt?
Hij: Een boor die in twee breekt.

Het dak komt er aan, de eerste plaat. Maar: er moet 6 centimeter af. 6
centimeter want... En het bovenvlak van de cloche wordt een dakraam dus
hebben ze eerst een vierkant uit die houten plaat te snijden.
Karz komt een kijkje nemen en is een ogenblik later al met een
beeldhouwwerkje bezig. Stefaan is in z'n nopjes met de figuurzaag, een
BOSCH PST 700 PEL (low vibration), met zo'n gerief schiet het op he.

Goed, afijn, de tweede plaat gaat er op. Normaal gesproken heb je daar
natuurlijk eerst enkele weken over te theoretiseren, je organiseert
debatten, nodigt theoretici en critici uit, stelt een werkgroep samen
die twee keer samenkomt en na drie weken tot het besluit komt dat een
volgende stap inderdaad de meeste logische is. Zijn ze verbaasd dat het
niet opschiet. Hebben ze niets gemerkt van het hele werkproces.

2009, crox 277-8. Brainbox, tweede editie, unit 8. Dat is Hans Demeulenaere, Thomas Böing (DE) en WELD (Jan Wiels en Vincent de Roder).
Fragment uit de brainboxblog, 18 maart 2009:

Hans Demeulenaere en Vincent de Roder in koor: We gaan het kot
demonteren. En dat doen ze dus. Ze demonteren het kot en terwijl ze daar
mee bezig zijn springt Böing binnen.

plan 1

Ze maken een replica van het houten kot.
Gyproc.
Ook de kachel in gyproc.

plan 2

Het kot extra isoleren. De surrogaatfunctie van de kachel uitvergroten. Het
is de kachel immers die de functie van het houten hok bepaalt. Door het
hok weg te halen en te verplaatsen, nemen ze de functie weg.
Naast de houtkachel komt een schaalmodel in gyproc.

avond

Aanbellen op Halvemaanstraat 113. Marc opent. Böing zit in de auto. We hollen naar de auto.
Thomas
kwam met het idee op de proppen om croxhapox in Köln te introduceren,
een groepsproject in de Artothek en crox puur, geen toegevingen, dat
spreekt voor zich.

Böing is bijna te groot voor de auto. We
rijden naar het logement, om de hoek bij Marc en Frips. Thomas stapt
uit, belt aan. Er hangt een karton voor de brievenbus:

GEBRUIK
ANDERE
BRIEVENBUS ---->
(pijltje)

Jan expliceert fase 2. Het kot is gekanteld. Ze hebben het functionele
weggehaald. De replica in gyproc gaan ze niet doen. Jan zag het niet
zitten, had vetorecht. Wat ze wel gaan doen: de kachelpijp komt
horizontaal.
De achterwand werd dak, het dak voorkant, de voorkant is in vloer veranderd, wat vloer was werd achterwand.

2009. crox 277-9. Brainbox, tweede editie. Unit 9 is Bart lodewijks (NL), Kelly Schacht en Thomas Bogaert.
Fragment uit de brainboxblog: zaterdag 11 april 2009.

zki 1 (zeer kort interview 1)

'Dat ik supersnel vergeet,' zegt Kelly. 'Daarom wou ik een gat maken in die
blog,' zegt ze. Ook zegt ze iets over parallelle verhalen, een proces
van eliminatie (het verdwijnen van elementen) en N'man die z'n atelier
afstapt.

Wat ze niet weet, ik ga er van uit dat ze dat niet weet,
is dat ik niet veel zin had in nog een blogspot want ik had er al een
en daar kroop emmers tijd in. Verbaast het dat iemand die zich met z'n varkens en biggen bezig houdt zeer korte verhalen schrijft.
In discussies hierover zullen we dus beide theorieën hanteren, dat de blogspot het centrale gegeven is, de theorie van Kelly (Kelly's Theory)
en de andere, die van ons en dus ook van de weersomstuit waar het mij
om gaat: de vele transformaties. Twee theorieën, twee waarheden. Dat
komt goed uit: Wat waar is, begint er met minstens twee. Honderd
waarheden leidt tot wijsheid.
Voor op zichzelf staande waarheid
hebben we een ander woord: autisme. Actuele kunst is zo'n op zichzelf
staande waarheid. Daar ga ik zo meteen dieper op in.

Wat Kelly bedoelt met 'Jelle snuit z'n neus', dat dat een triviaal element is. Dat
hier een kern van waarheid is. Dat het zonder betekenis is.
Is het zonder betekenis? We komen in een spanningsveld. Observatie maakt deel
uit van die betekenis en in schrijven kruipt tijd. Een spanningsveld
ook, dialectisch, tussen wat is objectief en subjectiviteit.
Kelly
geeft toe dat ze super veel vergeet. 'Daarom wou ik een gat creëren in
die blog,' zegt ze. En: 'Hoeveel keer kunnen zich parallelle verhalen
ontspinnen?'
Duizend keer en een.

Het is (zegt ze) een proces van eliminatie: verdwijnen van elementen. De witte poes. Een kunstenaar die z'n atelier afstapt.

waarneming

De zwarte vloer. In de corridor spoot iemand this one got censored op de muur. Graffiti. De muur ter linkerzijde. Iemand werd het zwijgen opgelegd. Daar
ging het om. Ging en gaat: Het is de kern van het actuele discours.
Zwijgen. De theoretici hebben zoveel gezegd dat daar weinig tot niets
aan toe te voegen is. Actuele kunst is een theorisme, een zwart gat. Hoe
meer het om betekenis - en alleen nog om betekenis en inhoud gaat - hoe
minder betekenis en inhoud het heeft.
Ze hebben de vloer zwart geschilderd.

In de corridor, op de muur ter linkerzijde, onderaan, hebben ze de tekst
BUT LET ME TELL YOU ANOTHER STORY aangebracht. Bart eerst met bruine
tape. Potverdikke, ik kan geen rechte lijn trekken, hattie gezegd. Ik
had toen al besloten om geen letter op papier te zetten: Alles zou -
nieuw spanningsveld - herinnerd worden, observatie gefilterd door een
zeef met, naarmate de dagen verstreken, steeds groter wordende gaten.
Geen zwarte maar op vergelijkbare manier net zo virtueel want geen echte
gaten. Het was donderdag of vrijdag toen ze aan de tekst begonnen. Een
dag eerder was Kelly met krijt bezig geweest: met lichtblauw stoepkrijt
bracht ze de tekst in hoofdletters op de muur aan. Toen ik zag wat het
geworden was (een dag later was dat, op vrijdag als ik het goed heb),
bracht ik een eerste zin van Witold Gombrowicz te berde: 'BUT let me
tell you another even more intriguing story.' Die zin is een op zichzelf
staand meesterwerk. Er is een verhaal waarover we niets te weten komen
en het verhaal dat we voorgeschoteld krijgen, wat ons niet veel wijzer
maakt. Kelly vroeg waarover het ging, dat tweede verhaal, 'BUT let me
tell you another even more intriguing story'. Dat is niet uit te leggen,
zei ik. In moordende hitte stappen twee personen over een bosweg. In
het bos zien ze een vogeltje, het is dood, hangt aan een touwtje, het
touwtje om de nek van het dode vogeltje. Ze jakkeren door het woud,
belanden na verloop van bladzijden op een plek waar mensen wonen. Hier
logeren ze gedurende enige tijd. Zoals altijd bij Gombrowicz (ik heb het
werk van Michaël Borremans wel eens met dat van Gombrowicz vergeleken):
ijzingwekkende, onuitspreekbare gruwel. Gruwel
omdat je niet weet waar je het hebt. De betekenis is zoek. (Geen
verklaring, geen reden, geen oorzaak.) Bijvoorbeeld aan het eind van de
roman krijg je geen verheldering. De opheldering van een detective: waar
het om gaat. Geen opheldering, dus, kortom, in elk opzicht een
meesterwerk. Waar Ingmar Bergman een grootmeester is - de feiten worden
niet opgehelderd - en waar Woody Allen net zo vaak faalt.
En waarom
theorie en actuele kunst nooit iets wordt. Theorie is voor lui die er
niets van snappen wat het meteen ook totaal overbodig maakt.

waarneming

Gaten, pluggen, vijzen, de onooglijke - onbelangrijke, niet beangstigende - resten van een vorige ingreep.

In de witte ruimte met zwarte vloer word je met drie elementen
geconfronteerd, ongeveer gelijktijdig: (a) de witte kat (Groseille heet
ze), (b) een zigzagpatroon van dunne (witte) strepen en (c) een ovalen
lichtvlek die afwisselend traag/snel door de ruimte meandert.
(a) is een film van Thomas Bogaert, (b) een werk van Bart Lodewijks, (c) een ingreep van Kelly Schacht.

(a)
Groseille, een witte kat, is een van de huisdieren van Ann en Gaetan,
de buren. Ze hebben een zwarte kat, ook. Het bijzondere aan Groseille
is: ze is volledig wit.
(b) Parallelle en zigzaggende lijnen
aangebracht in de zwarte vloerverf. Het wit van de witte lijnen is het
wit van Brainbox1 unit 5 (wit aangebracht door Pieter Vermeersch,
Eva-Maria Bogaert en Lieve D'hondt, november 2006). (een kruispunt van
acties: in de witte lijnen die Bart Lodewijks in de zwarte vloerverf
aanbracht komen brainbox1 en brainbox2 samen)
(c) Een zoeklicht.

(...)

later

Kelly leest in Nooit meer naar de Noordkaap van Bart Lodewijks. In Particles (crox-boek NR. 2) is ze op bladzijde 27 gestrand.
Ginger, Spencer, Annemie, Jelle en Sarah, 6 maand zwanger, buikje. Anonimae. Daniëlle (unit 7), Annelouk en Lieve.
DAT DE WITTE POES EEN INSPIRATIEBRON IS, roept Kelly.
-Wat zegt ge? (lawaai, muziek, Kelly is in Nooit meer Noordkaap op bladzijde 14 aanbeland)
DAT DE WITTE POES EEN INSPIRATIEBRON IS.
Eerst heeft ze de laatste bladzijde gelezen. Wat ik deed met Finnigan's Wake: de laatste bladzijde.
In het boek van Johan De Wilde zit ze onderaan bladzijde 27.
Rond
een uur of negen vallen opeens een dozijn bezoekers binnen, Anonimae,
nooit-eerder-tegen-het-lijf-gelopenen. Frederik Van Simaey, een
uitzondering die de regel tot overspel dwingt. En Karel die toegeeft dat
hij een teve-junk is. Later Stijn en Steffie. Vooral onbekende
gezichten.
Ik open crox-boek NR.2 en vinger naar bladzijde 27: 'Eigenlijk maak ik steeds monochromen...'
'Wat
ik ook gedaan heb,' zegt Kelly... Ze heeft de camera's - unit 3,
Antoine Van Impe, binnen gestoken. Een streepje, een komma of drie
puntjes: detail. (maakt het uit of die of andere zin gecensureerd werd?)

THE PUPPET

die kat ---> witte vlek ---> sauna ---> kat als pop
poppenkast
Groseille

Bart met het idee. Poppenkast. Een poppenkast maken. Dat had Kelly zeer goed begrepen. Ze leest in Nooit meer naar de Noordkaap.
Is Bart oorzaak, is Bogaert verzonnen? Bogaert had 's ochtends die poes
gezien. Een witte poes. Dat filmen! Witte poes op zwarte achtergrond!
Dus dat ze die kubus best wilden gebruiken. Dus sauna werd poppenkast.
En toen kwam Groseille. Ze hadden het idee om de kinderen van het
naburige schooltje te engageren. Daniëlle, vertelt Bart, is ooit
weggelopen van huis. Het enige wat ze meegenomen had: een grote zak met
knikkers. Kwam die kat binnen kijken. Groseille. Ik dacht, zegt Thomas:
als we de vloer zwart schilderen dan film ik dat op een zwarte
ondergrond.
'Dat beest is twintig minuten binnen geweest,' expliceert
Thomas Bogaert, 'en ik moet zeggen, ik was in vorm, ha ha, ik heb het
goed geregistreerd, ha ha ha': een van de dochters van Ann en Gaetan is
met Groseille binnen gekomen. De poort ging op slot. Alles bij elkaar
heeft het niet eens een uur geduurd.

drie seconden

De betekenis, dat is het andere verhaal. De kunstenaars waarmee dat
eindigt en begint. Actuele kunst, dat moet de hele tijd door
gereanimeerd worden. Het is een cul de sac.
Jacques Derrida, grapt Bart Lodewijks, heette eigenlijk Jacky. Daar kon hij natuurlijk als filosoof niet mee uit de voeten. Ha ha ha. Korkodil, als filosoof, schavuit, Mildran, verkeerd begrepen als gran mil de nada, een dikkedrol. 'Jacques' Pinkelman, ik zie het Pinkelman zeggen.

2007. crox 186, 'What about Croxhapox'. Mail art call, gecoördineerd door Frips en Marc Coene. Ct. Pf. Joseph A. Uphoff Junior woont in Colorado Springs.

Opening
speech crox 26 - solo Dirk De Neef, April 1995; text: van Heirseele.

 

 

 

it is known
that the first opening speech hovers over the surface of the waters

a barely
comprehensible hoverish dimension in between saliva and an avalanche of words

when the
first opening speech was invented

we don’t
know by whom – nor do we know why

the event
fit to use it didn’t materialise

projects
such as this one were scarce in those days

and the
attendance didn’t run high

this
insufferable hovering over surfaces of water in columns of sulpher and smoke

through
rains of fire and fountains of ash

didn’t make
the job easier for the acting speaker – quite on the contrary

nor was it
what one would call a comfortable posture

all this
and more hampered what would today be called a cosy introductory chat

 

 

Nevertheless
one Urk Peew had with a sharp stone

during one
of those long nights just after the beginning of time

and blinded
by beholding a flash of brilliant light

as he would
afterwards confess

out of pure
ennui scratched a few lines in the wall of rock

the beblindedness

origin of
all admiration

alas no one
cared to bother

unless one
took the moaning of Urk Peew who had by accident been hit by a strong rock as an
expression of appreciation for his part

 

Probably
the oldest artifact resulting from the technique of solarisation: another
lightning hit the unfortunate Urk Peew and in the blink of an eye transformed
this promising and talented young man in a scorched Sunday roast

those were
harsh times

dark times

a nephew of
Urk Peew

the hirsute
Ororor Pow Krapkrapook

nevertheless
had invented the folding chair

and had
reached his end prematurely

sitting on
a branch that snapped

 

 

All second
opening speeches resemble the first

a promising
void

the
beblindedness

images
hesitate between

lie

victory

was die
Wahrheit ist – und was Lüge - das bringt keiner heraus[1]

nor the
reason why

 


[1]
E: what the truth is – and
what a lie – no one can make out

604. WALK WALK WALK 3. Lexicographic image created by Maarten Inghels during a 14km long walk in the streets of Ghent.

Crox-card 155. Maarten Inghels. One Word Poem made while walking 14km in Ghent on November 27th 2020. [2021]

1
Een heer uit Rotterdam heeft het plan om tomatenplanten te telen op alle balkonnetjes en raamkozijnen van de Aannemersstraat.
Zijn naam werd vergeten, opgelost in het salpeterzuur van een drammerige darmwind. Wel is bekend hoe hij op het idee kwam. Om het vochtprobleem op te lossen van een belendende dame, was iemand die op Van Anus leek met een fraaie oplossing voor de dag gekomen. De tegels fallen fan de muur af, zei 't ie. We knikkebolden.
Met hamer en priem gewapend daalde hij af in het knollenkabinet van huppeldepupstraat 54. Ik weet waar het probleem zit, zei hij, het zit hier. In het duister van het rauwe kelderhol, daar zat het. De dame was er bij komen staan en Kristel keek alsof ze uurroosterprecies alles afwist van vallende badkamertegels. Ik zal hier, zei de persoon die steeds des te nadrukkelijker op Van Anus leek, een gat in de vloer boren. Niet dikker en dieper dan een pink, dat zal de vloer ontluchten. Hij hurkte, sloeg het gat, niet half zo dik, niet half zo diep. Een waterstraal spoot er uit op. De dame trok bleek weg en de persoon, die op Van Anus leek, dreigde van paniek uiteen te spatten. Niet half zo diep, niet half zo dik, het gat was niet te dichten. In allerijl werd een noodoplossing bedacht en sinds die dag hadden we op huisnummer 54 een bron die om het kwartier met van nature niet door zuinig aan benepen gulheid water gaf.
En toen was er dus die meneer uit Rotterdam.

2
Een jongen uit Gent hield zich twee jaar lang bezig met een megalomaan project. Hij had zich tot doel gesteld om van België een kunstwerk te maken. Voor dat project zou hij het hele grondgebied van België gebruiken, van kust tot Ardennen, van Borinage tot Kempen. Hij ontwierp een systeem van schuintegraden, wat lengte- en breedtegraad verving, en plaatste de nulmeridiaan hiervan in het Gentse stadscentrum, niet ver van de plek waar zich sinds eind jaren vijftig de samenvloeiing van Leie en Schelde bevindt. Mensen van Ugent hadden een handje toegestoken en op de diagonale meridiaanstructuur, wiskundig hertekend tot een kruisvorm met X- en Y-as, een circulair procédé toegepast, een uit het epicentrum vertrekkende en er in een geleidelijk aan wijder wordende spiraal omheen cirkelende algebraïsche code, waarbij ik in het midden laat of ze daar zelf deze terminologie voor gebruikten. Deze proef, want als veel meer dan een eerste proef kon het niet ingeschat worden, resulteerde in een totaal van circa duizend plekken, binnen het Belgische grondgebied, waar de coördinaten van X- en Y-as samenvielen met de om het epicentrum heen kringende spiraalvorm. Op al die plekken hoorde België geperforeerd te worden. Het project had een Cristoïsche omvang. Honderden gemeentes, land- en huiseigenaars, Provinciebesturen en aanverwante belanghebbenden hoorden aangeschreven te worden wat zonder de minste twijfel een cataract aan administratief werk met zich mee zou brengen. Tegelijk hoorde nagedacht te worden over de aard van de perforatie, of het inderdaad om een luchtledige vorm zou gaan, die op elk van die plekken in de bodem aangebracht hoorde te worden, of integendeel om een paal die op elk van die plekken uit de bodem oprijzen zou.

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z