niet-commercieel

Het staat in de statuten: stimuleren en propageren van niet-commercieel gerichte kunst -organiseren van niet-commerciële kunstmanifestaties.

Natuurlijk doet zich een probleem voor. Elk kunstwerk is koopwaar zodra er een koper voor is, ook al koopt hij of zij lucht. Je brengt een kunstenaar met nullus marktwaarde. Opeens komt hij of zij onder de aandacht van het publiek. Het werk wordt aangeschaft door lieden die zich hebben gespecialiseerd in het aanschaffen van werken. De internationale kunstmark interesseert zich voor het werk. Kuddes belangstellenden overrompelen het niet-commerciële uitgangspunt.

 

In de aanvangsfase (1990/1991) is elke commerciële activiteit ten strengste verboden. Van de exposanten zijn er 2 die zich niet aan het principe houden, crox 6 en crox 12. Alle andere kunstenaars houden zich aan het principe: er wordt niet verkocht en dus wordt er niet verkocht.

Later (mei 1991-eind 1992) is het probleem niet aan de orde, de straatprojecten (Copy Art, En Passant, Signos, KNUTS) hebben geen enkele commerciële relevantie.

 

Het niet-commerciële uitgangspunt van croxhapox vzw wordt pas echt een discussiepunt vanaf 1994. Aanvankelijk heeft het team (Guido, Kristel, Hans) de handrem aan: er wordt niet verkocht/ kooplustigen nemen bij voorkeur rechtstreeks contact op de kunstenaar; als er commerciële transactie is gebeurt dat buiten medeweten van croxhapox en bij voorkeur ook buiten de crox-ruimte. Bij eventuele verkoop van werken (wat vanaf 1996 vaker gebeurt) int het vzw 0%.

Pas in 1998 gaat Croxhapox vzw over tot een 20%-regeling, een regel die sindsdien gehandhaafd bleef: het vzw int 20% op elk werk dat tijdens de tentoonstelling verkocht wordt. De regel heeft alleen betrekking op de tentoongestelde werken en vervalt zodra de tentoonstelling afgelopen is.