parasiet

Parasiteren op de verwezenlijking van anderen. Een voorbeeld. Kunstenaar X fabriceert pamfletachtige uitwerpselen waarin hij semi-artistieke en semi-kunsthistorische goocheltrucjes opvoert. Het achterliggende idee is meesnoepen van het aura van interessante namen en zo, gradueel, betekenis toekennen aan de betekenisloosheid van het eigen werk.

Ander voorbeeld. Er is een algemeen verspreide vorm van actuele kunst die au fond niet meer is dan het herkauwen van allerlei modernismen, een usance die zowel op inhoudelijk als vormelijk niveau nauwelijks afwijkt van het academisme van zeventiende en achttiende eeuw. Het schrijnend gebrek aan wezenlijke inhoud wordt verdoezeld door allerlei formele truukjes die sinds decennia tot het aanvaarde discours horen en bij de toeschouwer doorgaans niet meer dan een kunsthistorische Aha-Erlebnis creëren, verwant aan de Pavlov-reflex.

Nog een voorbeeld van parasitisme is de usance, wijd verbreid onder tweederangstalent, om het gezelschap van Grote Namen op te zoeken. Het volstaat om te zeggen: ‘Ik heb Louise Bourgeois ontmoet...’, of om zich met volhardende regelmaat in het gezelschap van die of andere naambekendheid te vertonen, om ook zelf – gradueel - een aura van belangrijkheid te verwerven.
Op quasi identiek niveau, maar anders, is er ook een vorm van inhoudelijk parasitisme: door een louter formele verfijning van contextuele niveaus suggereert bepaald werk of bepaald oeuvre een inhoud die er niet is. Dit fenomeen is zo algemeen verbreid dat het het hele discours van wat zich etaleert als actueel dreigt uit te hollen.

Parasitair gedrag voor hooggeschoolden: het actuele discours wordt parodie van zichzelf, een hebryde mengvorm van intellectualistisch vertier, kunsthistorisch sérieux en snot of migraine.