autobiografisch

/1/ elementen

 'De kruisingen van 1 mm zijn sterk autobiografisch.' (Johan De Wilde, Particles p.68) 'Al die beelden vertrekken van een minutieus uitgewerkt basispatroon, waarop De Wilde tijd en zijn herinnering
loslaat. Stuk voor stuk hebben deze afbeeldingen een sterk autobiografische
achtergrond. Het onderzoek naar de plaats van het zelf komt ook tot uiting in een mail art-project waarvoor De Wilde naar alle landen van Europa een brief aan zichzelf verstuurde.' (Edith Doove, 'Ruwe bolster', recensie over de projecten van Larry Krone (crox 97) en Johan De Wilde (crox 98), De Standaard, 9 juni 1999) 

Dirk Peers (1957-2003). De linosneden zijn technisch briljant en goed georganiseerd omdat Peers meestal zijn sneden maakte op een schaakbordpatroon: de beelden combineren symbolische en rituele elmenten, deoratieve patronen en fragmenten van het werk van Ruth Mentens, zijn vrouw. Het samengaan en de eindeloze herhaling van al deze elementen resulteren in een donker en eerder esoterisch
zelfbewustzijn.

Suenos oniricos, een installatie van Frank Van den Eeckhout, deel van en belangrijkste bijdrage tot de Selfportraits triptiek (crox 16, mei 1991), laatste project van de eersts crox-periode. De bijdrage van FF is een triptiek in een triptiek, elk fragment ervan is een subtiele constructie, vooral in wit en vervagende kleuren, met een voorstelling van een reeks dromen zoals de titel suggereert.

Hans van Heirseele (crox 2, crox 27): elk schilderij is (of zou moeten zijn) een dagboeknotitie.

Sommige van de confronterende en net zo vaak licht absurde en komische zelfportretten van Bart Baele maken deel uit van het BASICS 1 project (crox 110, november-december 2003).

Philippe Vandenberg’s bijdrage aan Open Deuren (crox 51, 1996) is een groot doek gemaakt met bloed. Voor deze reeks gebruikte de kunstenaar werkelijk zijn eigen bloed.  

Ander autobiografisch materiaal is er in het werk van Ron Huebner, een Canadese (Vancouver) kunstenaar die een twintigtal jaren in Amsterdam verbleef. Hij stierf in Amsterdam op 1 maart 2004, slachtoffer van een fietsongeval. crox 111, het instalraam van december 2003 met de titel Jewels by Huebner was zijn laatste project. Het grootste deel van het werk van Huebner heeft een conceptueel opzet, los van het feit dat het verbazingwekkend goed gemaakt is en zeer divers vanuit technisch oogpunt.
De juwelen zijn een reeks grote diamanten, of beter, replica’s. In elk juweel zit een zin. Een daarvan is van een taxibestuurder uit New York, een andere van een vriendin.

Het merendeel van de Liquids reeks van Karien Vandekerkhove (zie crox-card NR 13) lijkt vorm te geven aan autobiografisch materiaal, maar is het niet.

Op een heel andere manier hebben de tekeningen van Daniël Vandenbrande (crox 7/ juni 1990) helemaal geen autobiografische bedoeling, maar trachten ze een ander gezichtspunt in te nemen en zijn ze uiteindelijk een reeks van vervormde autobio-geschriften.

Als thema is het biografische meest uitgebreid in BORDERS van CarianaCarianne. Drie editions documenteren haar crox projecten: Borders (2004, een CD-rom), Dwelling Field (crox-card NR 35, 2006) en Borders (2006, crox-boek NR 3). Een confronterend discours over identiteit, een persoonlijkheid gespleten in twee eenheden die
een individu delen.

Brainbox2 unit 11: Adriaan Verwée, Dirk Zoete, Evert Defrancq. Een uit
autobiografische elementen samengestelde legpuzzel. Installatie /in het door unit 10 veroorzaakte zwarte decor/ met videomateriaal en diaprojecties.

[Original mostly in English]

/2/ weefsel

Tijdens een lezing gaat Sjoerd van Leeuwen uitgebreid in op de heroïsche lotgevallen van Daniël Kinet, de eerste vliegenier die boven Belgisch grondgebied om het leven kwam. Het doet me aan Blake denken, een van de personages uit het werk van Edgar P. Jacobs, zoals hij daar zit met z'n rug naar het publiek aan een tafel die tegen een muur geschoven staat. Van de voorwerpen op tafel herinner ik me eerst en vooral de schrijfmachine. De keurig behaarde bovenlip en de gulzige zorgvuldigheid waarmee van Leeuwen aan het pijpje lurkt, de débardeur en het keurig gestreken hemd, en misschien ook de tijd die hij neemt om tussen de strakke volzinnen door onverwacht lange pauzes te nemen, dat alles versterkt het beeld dat ik, zonder dat dat overigens de bedoeling was, in een van de vele delen van de autobiografie van Blake terecht gekomen ben terwijl ik van alle aanwezigen ongetwijfeld de enige ben die het zorgvuldig en uitvoerig aangebrachte thema als zodanig interpreteer, een autobiografische notitie. De contouren van Daniël Kinet en de contour van van Leeuwen gaan vloeien, er komt een nieuwe vorm die uit het grillige in elkaar vloeien van twee verzamelingen voortkomt en tijdens de lezing, wat ik na elk zwijgen sterker aanvoel, is het uiteindelijk Blake zelf die het woord gaat nemen, waardoor het autobiografischer wordt dan het bedoeld is.

De autobiografie van een voorwerp. In de niet zichtbare batterij van het voorwerp zit een lading betekenissen die vaak zo explosief is dat het voorwerp op elk moment in elk ander voorwerp veranderen kan. Eén aanraking volstaat om van het voorwerp een ander voorwerp te maken.